Osgood Schlatter, M.Osgood-Schlatter
Knieklacht ter hoogte van de aanhechting van het tuberositas tibae (het harde botpuntje op het onderbeen vlak onder de knieschijf waar de bovenbeenspieren gedeeltelijk aanhechten).
Komt voor bij opgroeiende jongeren, voornamelijk jongens tussen de 10 en 15 jaar en zal vanzelf in ongeveer 2 jaar verdwijnen. Het is hoogstwaarschijnlijk een doorbloedingsstoornis waardoor een deel van de aanhechting van het tuberositas tibae kan loslaten.
Er bestaat de mogelijkheid dat door een éénmalige grote kracht van de pees op het bot er een avulsiefraktuur ontstaat. Hierbij wordt er een stukje bot quasi volledig losgetrokken van de rest van het bot. Wanneer er nu echter steeds veel kracht wordt uitgeoefend op één stukje bot, kan er minuskuul letsel ontaan wat na verloop van tijd gaat ontsteken en dan aanleiding kan geven tot pijn en tot krachtsverlies.
Meestal zien we dit dus optreden bij jongenstussen 10 en 15 jaar, op het moment van de groeispurt en ook op het moment dat van intensieve belasting.
Symptomen :
De pijn situeert zich meestal t.h.v. de verdikking op de tibia, net onder de knie.
Deze plaats noemt men de tuberositas tibiae en is de aanhechtingsplaats van de pees van de Qaudriceps.
Naast de pijn is er dus ook steeds sprake van een duidelijke verdikking van het bot op deze plaats. Na inspanning treedt de pijn op welke geleidelijk aan erger word met name bij het springen en hurken.
Ook de trap oplopen wordt zeer pijnlijk.
Wanneer de irritatie zich situeert t.h.v. de onderpool van de knieschijf noemt men dit de ziekte van Sinding-Larson-Johansson.